“Waar sta je nu? Waar wil je naar toe?
Dat is ook lopen met Bastiaan. Even pas op de plaats. Als je dan een stuk verder een open ruimte ziet, waar het zand oplicht in de zon, is de keus makkelijk gemaakt. Daar wil ik naar toe: er is licht, rust en ruimte.”
Terwijl we het hierover hebben, gaat degene waar ik mee aan het lopen ben, op het bankje zitten. “Ik weet wat ik wil, maar ik ga steeds maar op die bank zitten; dan komt er niets uit mijn handen. Als ik de komende tijd weer een keer de neiging heb om op die bank te gaan zitten, denk ik aan dit moment en ga ik besluiten om dat niet te doen. Ik wil naar die plek van licht en ruimte.”
Prachtig! Wat een stap!